De volgende dag bezoeken we meer boerderijen en nemen we opnieuw een kijkje bij de winning van kasjmierwol. Volkomen onverwacht, maar niet minder spannend, is de mogelijkheid die ons wordt geboden om een boerderij te bezoeken die zich naast de winning van kasjmierwol ook gespecialiseerd heeft in kameelhaar. Ondanks mijn aanvankelijke reserve voor de grote kamelen trek ik uiteindelijk de stoute schoenen aan en loop ik op ze af. Het haar van de kameel is net als kasjmier zeer fijn en voelt heerlijk zacht aan… wellicht kunnen we onze klanten in de toekomst ook verrassen met deze mooie kwaliteit?

Om een beeld te krijgen van het werk van de grondstofhandelaren, rijden wij over de steppe terug naar Bayan Hot. Omdat de tijd van de kasjmieroogst net is aangebroken, is ons ‘A-grade cashmere’ nog maar net geleverd en dus is één van de opslaghallen slechts gedeeltelijk gevuld.
Samen met onze Chinese partners en handelaren worden de ontwikkelingen rondom de grondstoffen besproken. Omdat men elkaar door de jarenlange samenwerking goed kent, heerst er een zeer aangenaam gespreksklimaat.
Van alle kanten horen we dat de concurrentie als het gaat om kasjmier enorm is toegenomen en dat de onderhoudskosten voor geiten sterk zijn gestegen. De eerste signalen wijzen erop dat er minder A-grade materiaal beschikbaar zal zijn. Deze vrees wordt bewaarheid als later blijkt dat er inderdaad dit seizoen 40% minder materiaal is ten opzichte van voorgaande jaren. Dit vergroot natuurlijk het exclusieve karakter van kasjmier, zoals al gezegd gaat het hier om een luxueuze wolsoort, en dat heeft een prijskaartje.
In de opslaghallen voor grondstoffen wordt het materiaal over een groot oppervlak verdeeld voor verdere verwerking en worden grove verontreinigingen en vreemde stoffen met de hand verwijderd. Om de typische geitengeur uit de wol te krijgen, wordt deze meerdere keren gewassen, gekamd en gedroogd. Daarnaast kunnen zo de laatste restjes van het bovenste haar, dat iets grover is dan het gewenste onderhaar, worden verwijderd. Vervolgens wordt het materiaal in grote balen geperst die ongeveer 70 kilo per stuk wegen.

Zoals eerder gezegd, reis ik meerdere malen per jaar naar China. Ik heb onze ververij en spinnerij eind maart van dit jaar al bezocht, maar omdat deze stappen logischerwijs later in het productieproces volgen, zal ik er nu wat meer over vertellen. Ik bezoek de spinnerij en ververij waarmee we samenwerken om er zeker van te zijn dat zowel aan de kwaliteits-, als aan de veiligheidsnormen wordt voldaan.
Hiervoor vlieg ik van Peking naar Daqing, een stad in het noordoosten van China. Mijn reisgenoot is Pu Yang Li. Hij heeft de reis ook georganiseerd en brengt me het niet erg prettige nieuws dat ik de volgende ochtend om drie uur op moet staan, aangezien we al om vier uur worden opgehaald door de luchthaventransfer. Hoewel het nog steeds voelt alsof het nacht is, is er de volgende ochtend al veel activiteit in de straten van Peking. Om 8:30 uur landen we in Daqing. Het is min tien graden en de lucht is erg droog, maar ondanks mijn te dunne jas zal ik niet bevriezen; ik draag er een warme kasjmiertrui onder en ik ga nergens heen zonder mijn kasjmiersjaal!

Op anderhalf uur rijden van het vliegveld leer ik dat het gebied al sinds de jaren vijftig beroemd is om de winning van olie, zoals blijkt uit de talloze pompstations. Het feit dat hier ook veel ververijen en spinnerijen zijn gevestigd, komt hoofdzakelijk door de oliewinning.
Omdat er voornamelijk mannen werkzaam waren bij de olieraffinaderijen, werden er banen gecreëerd die vrouwen naar deze regio zouden trekken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat midden jaren zeventig 80% van de 1600 werknemers in onze ververij en spinnerij vrouw was. Het doel van de regering was om mannen de kans te geven om een gezin te stichten. Dit plan miste zijn uitwerking niet en er zijn zelfs zoveel gezinnen ontstaan dat het gebied een bloeiperiode doormaakt.
De ververij en spinnerij is nog steeds een staatsbedrijf, maar het wordt gerund door een vriendelijk echtpaar. Op dit moment werken er ’slechts’ 200 mensen in het bedrijf, dat meer dan 400 ton aan materiaal per jaar verwerkt. Er is echter wel groeiruimte, want de machines hebben enorm veel capaciteit.
Het duurt ongeveer drie dagen voor het ruwe materiaal, gekamd en gedroogd, hier aankomt vanuit Binnen-Mongolië. Maar voordat we het materiaal verder verwerken, moet de kwaliteit nog een keer extra worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat we echt alleen ‘A-grade cashmere’ verwerken. Hiervoor sturen we de grondstof vanuit het noordwesten direct al naar een testinstituut. Het basismateriaal moet voldoen aan onze hoge eisen en gelijk vanaf het begin zuiver zijn.
Hier in Daqing wordt nogmaals een controle uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de vezels niet grover zijn dan 15,4 micron en een lengte hebben van 34 – 36 mm.
Deze taak wordt waargenomen door Jiang Guo Feng, die hier dankzij haar professionele ervaring van tien jaar een zeer goed oog voor heeft. Met behulp van een microscoop en sjabloonborden kan ze de waarden exact bepalen en controleren.

Vervolgens wordt het verfproces voorbereid. Wij willen u graag elk seizoen nieuwe kleuren aanbieden, maar deze moeten natuurlijk wel eerst worden ontwikkeld. Dit kan soms wel een hele dag duren, want de specialist heeft voor elke kleur wel een basisrecept, maar dit moet worden veranderd en aangepast totdat de kleur precies zo is als we hem willen hebben. Nadat we het idee hebben dat de juiste kleurnuance is gevonden, wordt een zogenaamde vlok van het ruwe materiaal geverfd, drooggeblazen en vervolgens op een naaldbord uitgekamd tot het klaar is om te worden gesponnen.

Nu wordt er een draad vervaardigd uit de vlok, die op een kleine handbreimachine wordt verwerkt tot een ’swatch’, een kleurenstaal. Er worden altijd meerdere kleurvarianten in één keer gemaakt, die ons ter vergelijking worden voorgelegd. Pas als we vinden dat de juiste kleur is gevonden, gaat het proces verder en kunnen grotere hoeveelheden van het materiaal worden geverfd. Dit wordt meestal gedaan in ketels waar tot 20 kilo wol in kan. Het verven in ketels garandeert ons dat het kasjmier helemaal gelijkmatig wordt geverfd. Het daaropvolgende drogen van de vezels bij 67 graden celsius vergt tijd en vraagt opnieuw veel geduld van mij.

Een andere belangrijke stap in de hoogwaardige verwerking van kasjmier, is de bepaling van de pillingwaarden. Hiervoor worden de stalen in pillingboxen geplaatst, waar ze twee uur lang aan 7.200 omwentelingen worden blootgesteld. Op deze manier kan de veerkracht van de vezel worden bepaald.
Hoewel pilling, oftewel de vorming van pluisjes op het materiaal als gevolg van wrijving, niet volledig kan worden voorkomen, kunnen de lengte van de vezels en het draaien van de vezels tijdens het spinnen de kans op ontsierende pluisjes wel helpen voorkomen. De lengte van de vezels bepaalt hoe strak het garen kan worden gedraaid en hoe strakker het garen wordt gedraaid, hoe kleiner het risico op pilling. Uiteindelijk blijft het een feit dat kasjmier er gewoon niet voor gemaakt is om zwaar belast te worden en dat het dus niet continu gedragen moet worden – ik kan alleen maar benadrukken: kasjmier is luxe!
Zitten er toch pluisjes op uw kleding, dan kunt u die er gemakkelijk afkammen met een zogenaamde kasjmierkam zonder de vezels te beschadigen. Verwijder de pluisjes niet met een scheerapparaat, zoals veel gedaan wordt, omdat dit de vezels onnodig belast, wat tot een scheur kan leiden. U kunt hier een kasjmierkam bestellen.